AANTAL GATEN PER RIJ
Voer het aantal gaten per rij in (4). Druk op ENT.
AFSTAND TUSSEN GATEN
Voer de afstand tussen de gaten in (10).
Druk op ENT.
HOEK
Voer de rotatiehoek in (18°).
Druk op ENT.
DIEPTE
Voer de boordiepte in (DOOR).
Druk op ENT.
AANTAL RIJEN
Voer het aantal rijen in (3).
Druk op ENT.
AFSTAND TUSSEN RIJEN
Voer de afstand tussen de rijen in (12).
Druk op ENT.
Als het veld Gereedschap actief is, drukt u op
GEREEDSCHAPSTABEL en kiest u het gewenste
gereedschap.
Druk op GEBRUIKEN.
Druk op de softkey WEERGAVE () om de grafiek te
bekijken.
48
I Bedieningshandleiding