Labelnummer
De labelnummers 1 t/m 99 duiden het begin van een subprogramma
aan.
Label 0
Label 0 wordt uitsluitend gebruikt om het einde van een
subprogramma aan te geven. Het label voor het einde van het
subprogramma is optioneel. Als u dit label niet gebruikt, eindigt het
subprogramma ofwel bij de regel van waaruit het subprogramma is
opgeroepen ofwel na de laatste regel in het programma.
Labeloproep
In het programma worden subprogramma's en programmagedeelten
opgeroepen met de opdracht LBLOPROEP, zoals LABELOPROEP
(HERHALEN), LABELOPROEP (ROTEREN), LABELOPROEP
(SPIEGELEN).
De opdracht LBL OPROEP 0 is niet toegestaan.
Nadat een regel LBL OPROEP in het programma is ingevoerd, voert
POSITIP 880 het opgeroepen subprogramma uit.
LABELOPROEP HERHALEN
Dit formulier wordt gebruikt om een subprogramma een of meer
keren op te roepen. Het subprogramma kan bij elke herhaling in
bepaalde mate worden versteld. Zie Afb. I.47.
LABELOPROEP ROTEREN
Met dit formulier kunt u regels in een subprogramma bij elke herhaling
in bepaalde mate roteren.
LABELOPROEP (SPIEGELEN)
Met dit formulier kunnen regels in een subprogramma via een as
worden omgekeerd, zodat een spiegelbeeld van dit subprogramma
ontstaat.
Afb. I.47 Het formulier Labeloproep herhalen
Het begin van een subprogramma (of herhaling van een
programmagedeelte) wordt nu gemarkeerd met het label. Voer de
programmaregels voor het subprogramma in na de regel LBL.
Label 0 wordt uitsluitend gebruikt om het einde van een
subprogramma aan te geven.
POSITIP 880
61