Diagnose
Met het menu Diagnose kunt u het toetsenbord, het LCD-display,
encoders en voeding testen. Zie Afb. II.18.
Toetsenbord testen
Een afbeelding van het toetsenbord (met kantentaster) geeft aan
wanneer u een toets indrukt en loslaat.
Druk op de toetsen en softkeys die u wilt testen. Wanneer u op een
toets drukt, wordt deze met een punt weergegeven. De punt laat
zien dat de toets goed werkt.
Druk tweemaal op de CE-toets om de toetsenbordtest te
beëindigen.
Displaytest
De displaytests omvatten de LCD-slaapstand en een kleurentest.
Druk op de softkey SLAAPSTAND TESTEN. Het scherm simuleert de
slaapstand en wordt zwart.
Wanneer u de test wilt beëindigen en wilt terugkeren naar het
scherm, drukt u op een willekeurige toets.
Druk 6 keer op de softkey KLEURENTEST om alle beschikbare kleuren
weer te geven.
Druk op de softkey TEST BEËINDIGEN om de displaytest te verlaten.
Spanningsmonitor
Hiermee kunt u de uitgangsspanning naar de encoders controleren. Er
zijn geen bedieningselementen voor de operator in deze weergave.
Deze parameter dient uitsluitend ter controle. Wanneer u de controle
volledig hebt uitgevoerd, drukt u op TEST BEËINDIGEN.
Encodersignaalgrafiek
Met deze parameter kunt u de signalen van elke encoder grafisch
weergeven. Zie Afb. II.19.
Deze diagnosefunctie is niet beschikbaar voor EnDat-
encoders.
Selecteer de encoder die u wilt controleren.
Selecteer met de cursor de gewenste ingang en druk op ENT.
Zodra de encoder wordt verplaatst, ziet u de signalen van kanaal A
& B.
Druk op TEST BEËINDIGEN om deze werkstand te verlaten.
Systeemstatistieken
In de weergave Systeemstatistieken kunt u zien, hoe lang het display
en het systeem zijn ingeschakeld.
Hier wordt tevens de totale afstand die elke encoder heeft afgelegd
weergegeven.
Druk op TEST BEËINDIGEN om de werkstand Systeemstatistiek af te
sluiten.
134
Afb. II.18 Formulier Diagnose
Afb. II.19 Voorbeeld van een grafiek van een signaal
II Technische informatie