Selecteer de toets X-as.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor
hoekpunt 2: Y = +30 mm,
selecteer gereedschapsradiuscorrectie R – en druk op
de softkey GEBRUIKEN.
Verplaats de waarde van de nominale positie. De
grafische positioneerhulp voor de X-as wordt
weergegeven.
Verplaats de X-as totdat de weergegeven waarde nul
is. Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu
gecentreerd tussen de twee driehoekige merken.
Zodra de as naar nul is verplaatst, komt de waarde bij
de volgende regel.
Druk op de softkey VOLGENDE REGEL.
Selecteer de toets voor de Y-as.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor
hoekpunt 3: Y = +50 mm,
selecteer gereedschapsradiuscorrectie R + en druk
op de softkey GEBRUIKEN.
Verplaats de waarde van de nominale positie. De
grafische positioneerhulp voor de Y-as wordt
weergegeven.
Verplaats de Y-as totdat de weergegeven waarde nul
is. Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu
gecentreerd tussen de twee driehoekige merken.
Zodra de as naar nul is verplaatst, komt de waarde bij
de volgende regel.
38
I Bedieningshandleiding