RADIUS
Voer de waarde van de radius in.
Druk op de softkey KLEINE CIRKELBOOG. Druk
op ENT.
RICHTING
Voer de boogrichting in. Druk op ENT.
GEREEDSCHAPVERSTELLING
Voer de gereedschapsverstelling in. Druk op ENT.
Druk op GEBRUIKEN.
Overgang
Een overgang is een boogvormige afronding, die in een programma
twee op elkaar volgende regels met elkaar verbindt. Deze beide regels
kunnen twee rechten, twee cirkelbogen of een rechte en een
cirkelboog zijn. POSITIP 880 berekent de positie van de cirkelboog
zodat de overgang van de ene regel naar de volgende probleemloos
verloopt. De beide regels hoeven elkaar niet per definitie te snijden of
te raken, maar in het geval dat ze elkaar niet raken, moet de
overgangsboog wel lang genoeg zijn om ze te verbinden. De
overgangsboog kan gedefinieerd zijn als "normaal" of "omgekeerd".
De overgangsboog kan niet worden uitgevoerd als een enkelvoudige
cyclus. Zie Afb. I.53 als een grafisch voorbeeld van verschillende
soorten overgangen.
Een overgang verbindt gewoonlijk de voorgaande regel in het
programma met de volgende om een doorlopende contour te vormen.
De overgang kan ook gebruikt worden om de voorgaande regel met
de eerste regel van de huidige doorlopende contour te verbinden.
Wanneer u de contour met een overgang wilt sluiten, voert u de
overgangsradius in en drukt u op de softkey CONTOUR SLUITEN. Zie Afb.
I.52.
POSITIP 880
Afb. I.52 Voer de parameters in voor een overgang
67