Positie-encoders
De positie-encoders met terugkoppeling zetten de bewegingen van
de machine-assen om in elektrische signalen. POSITIP 880 evalueert
deze signalen voortdurend en berekent de feitelijke posities van de
machine-assen, die als een getal op het scherm worden getoond. Zie
Afb. I.9.
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken, zal de berekende
positie niet langer overeenstemmen met de feitelijke positie.
Wanneer de stroomvoorziening is hersteld, kunt u deze samenhang
opnieuw tot stand brengen met behulp van de referentiemerken op de
positie-encoders en de referentiemerk-evaluatiefunctie van de
POSITIP 880 (REF).
Referentiemerken
De schaalverdeling van positie-encoders bevat een of meer
referentiemerken. Wanneer referentiemerken worden gepasseerd,
kunnen ze worden gebruikt om een absolute positie in een
incrementeel systeem te definiëren. Als de stroomvoorziening wordt
onderbroken, gaat deze absolute positie verloren, evenals het verband
tussen het referentiemerk en de positie op de schaalverdeling. Door
de referentiemerken op de positie-encoders en de referentiemerk-
evaluatiefunctie van POSITIP 880 kan de eenheid deze samenhang
snel herstellen zodra de stroomvoorziening wordt hervat. Zie Afb. I.10.
Wanneer een referentiemerk wordt gepasseerd, genereert dit een
signaal dat deze positie als referentiepunt vastlegt. POSITIP 880
gebruikt dit referentiepunt om de samenhang te herstellen tussen de
positie op de schaal en de waarde op het display die het laatst
gedefinieerd was door de instelling van het uitgangspunt.
Indien de positie-encoders werken met afstandsgecodeerde
referentiemerken, zijn hiervoor referentiemerken op unieke afstanden
over de lengte van de schaal aangebracht. Door het passeren van
twee willekeurige referentiemerken herstelt u het uitgangspunt.
Iedere as hoeft slechts over een beperkte afstand te worden
verplaatst voor lineaire encoders en met een hoek voor roterende
encoders.
Het uitgangspunt kan niet direct na een
stroomonderbreking worden hersteld als de
referentiemerken niet zijn gepasseerd voordat het
uitgangspunt werd vastgelegd.
POSITIP 880
Afb. I.9 Lineaire positie-encoder, hier voor de X-as
Afb. I.10 Lineaire schaalverdeling: met
afstandsgecodeerde referentiemerken
(bovenste afbeelding) en met één
referentiemerk (onderste afbeelding)
17