Download Print deze pagina

Niet-Lineaire Foutcorrectie - HEIDENHAIN POSITIP 880 Aansluit- En Gebruiksaanwijzing

Advertenties

Niet-lineaire foutcorrectie

Er kan een niet-lineaire foutcorrectie worden toegepast, wanneer de
resultaten van de vergelijking met een referentiestandaard een
afwisselende of schommelende afwijking laten zien. De vereiste
correctiewaarden worden berekend en in een tabel ingevoerd.
POSITIP 880 ondersteunt maximaal 128 punten per as. De foutwaarde
tussen twee op elkaar volgende correctiepunten wordt berekend op
basis van lineaire interpolatie.
De niet-lineaire foutcorrectie is alleen beschikbaar voor
schalen met referentiemerken. Als de niet-lineaire
foutcorrectie is gedefinieerd, wordt de foutcorrectie pas
toegepast wanneer de referentiemerken zijn gepasseerd.
Kies NIET-LINEAIR en druk op TABEL BEWERKEN.
De foutcorrectietabel van de encoder en een grafiek met de fout
worden links op het beeldscherm weergegeven.
De foutcorrectietabel laat de tabelinvoer, de gemeten schaalwaarde
en het aantal fouten zien dat bij de meetwaarde optrad.
Lezen van de grafiek:
Op de grafiek wordt de interpretatiefout (referentie - gemeten)
afgezet tegen de meetwaarde. De grafiek heeft een vaste schaal.
Wanneer u de cursor binnen de tabel verplaatst, wordt de plaats van
het punt op de grafiek aangeduid met een blauwe verticale lijn. Zie
afbeelding II.13.
Beginnen met een niet-lineaire foutcorrectietabel:
Om te beginnen met een nieuwe foutcorrectietabel drukt u eerst op
de softkey TABEL WISSEN. Deze softkey is alleen aanwezig als er al
een tabel met gegevens bestaat.
De meetwaarden van de foutcorrectie hebben betrekking op het
uitgangspunt van de tabel. Wanneer de foutcorrectietabel is gewist,
zet POSITIP 880 het uitgangpunt van de tabel terug naar het
referentiepunt van de schaal.
U kunt ook een ander tabel-uitgangspunt kiezen. Ga naar de plaats
vanwaar u de tabelwaarden moet meten en druk op de softkey
TABEL-UITGANGSPUNT INSTELLEN. Het tabel-uitgangspunt moet
worden ingesteld voordat gegevens in de tabel worden ingevoerd.
Configureren van de foutcorrectietabel:
Foutcorrectie-informatie wordt toegevoegd aan de tabel door te
drukken op de softkey NIEUW PUNT TOEVOEGEN.
Informatie kan op twee manieren in de tabel worden ingevoerd,
namelijk door Directe invoer en Automatische berekening.
130
Afb. II.13 Formulier Niet-lineaire foutcorrectie.
II Technische informatie

Advertenties

loading