Voorbeeld: een kraag draaien door zodanige verplaatsing dat de
nulwaarde wordt weergegeven.
De coördinaten worden ingevoerd als absolute maten, het
uitgangspunt is de nulwaarde van het werkstuk. Zie Afb. I.31 en Afb.
I.32.
1
Hoek
: X = 0 mm / Y = 20 mm
2
Hoek
: X = 30 mm / Y = 20 mm
3
Hoek
: X = 30 mm / Y = 50 mm
4
Hoek
: X = 60 mm / Y = 50 mm
Werkstand: RESTWEG
Voorbereiding:
Voer de gereedschapsgegevens in.
Voorpositioneer het gereedschap op een juiste plaats (zoals X = Y =
-20 mm).
Verplaats het gereedschap naar freesdiepte.
Selecteer de toets voor de Y-as.
WAARDE VAN NOMINALE POSITIE
Voer de waarde van de nominale positie in voor
hoekpunt 1: Y = 20 mm en
selecteer gereedschapsradiuscorrectie R + met
softkey GEREEDSCH CORR (R+).
Verplaats de waarde van de nominale positie door te
drukken op GEBRUIKEN. De grafische positioneerhulp
voor de Y-as wordt weergegeven.
Verplaats de Y-as totdat de weergegeven waarde nul
is. Het vierkant in de grafische positioneerhulp is nu
gecentreerd tussen de twee driehoekige merken.
Zodra de as verplaatst is naar nul, wordt de aswaarde
toegevoegd aan de aswaarde in de volgende regel.
Druk op de softkey VOLGENDE REGEL om verder te
gaan.
POSITIP 880
Afb. I.31 Voorinstelling van enkelvoudige cyclus.
Afb. I.32
37