Advertenties
VOER EEN WAARDE IN VOOR Y + 0
De 0 wordt aangeboden als standaardwaarde voor de
coördinaat. Voer de gewenste coördinaat in voor de
werkstukkant, bijvoorbeeld Y = 0 mm en
stel de coördinaat in als uitgangspunt voor deze
werkstukkant. Druk op ENT.
Druk op de softkey GEBRUIKEN.
Voorbeeld: middellijn tussen twee werkstukkanten als
uitgangspunt instellen. Zie Afb. I.23 en Afb. I.24.
De positie van middellijn
M
wordt bepaald door het aftasten van de
kanten
1
en 2.
De middellijn loopt evenwijdig met de Y-as.
Gewenste coördinaat van de middellijn: X = 0 mm
Werkstand: FEITELIJKE WAARDE
De afstand tussen de kanten wordt weergegeven op de
berichtenbalk bij gebruik van de functie voor het aftasten
van de middellijn.
Druk op AFTASTEN.
Kies de as waarvoor de coördinaat moet worden
ingesteld op de X-as.
Druk op MIDDELLIJN.
1. TAST DE EERSTE KANT AF OP DE X
Verplaats de kantentaster naar werkstukkant
LED's in de kantentaster gaan branden.
2. TAST DE EERSTE KANT AF OP DE X
Verplaats de kantentaster naar werkstukkant
LED's in de kantentaster gaan branden. De afstand
tussen de kanten wordt weergegeven op de
berichtenbalk.
Trek de kantentaster terug van het werkstuk.
POSITIP 880
Afb. I.23 Instellen van de middellijn tussen twee
kanten
1
tot de
2
tot de
Afb. I.24
31
Advertenties
