Kiezen van de maateenheid
Posities kunnen worden weergegeven en ingevoerd in millimeters of
inches. Als u inches kiest, wordt INCH op de statusbalk boven aan het
scherm weergegeven. Zie Afb. I.16.
Maateenheid wijzigen:
Druk op de softkey INFO.
Druk op de softkey INCH/MM.
De maateenheid kan ook worden ingesteld via het menu Bewerking
instellen. Zie Bewerking instellen, hoofdstuk I-8.
Hoekindeling selecteren
Hoeken – zoals voor een roterende tafel – kunnen worden
weergegeven en ingevoerd in decimale graden, graden/minuten/
seconden (DMS) of radiaalwaarden. Zie Bewerking instellen,
hoofdstuk I-8 voor instructies over het instellen van de hoekindeling.
Gereedschapstabel
In de gereedschapstabel van de POSITIP 880 kunt u gemakkelijk de
diameter en lengteverstelling voor elk van de meest gebruikte
gereedschappen opslaan. U kunt maximaal 99 gereedschappen
opslaan.
Voor u begint met het bewerken van een werkstuk, kiest u het
gereedschap uit de gereedschapstabel. POSITIP 880 zal dan rekening
houden met de ingevoerde diameter en lengte van het gereedschap.
De gereedschapslengte is het verschil in lengte ΔL tussen het
gereedschap en het referentiegereedschap. Het
referentiegereedschap wordt aangeduid met T1 in Afb. I.17.
Teken voor het lengteverschil ΔL
Als het gereedschap langer is dan het referentiegereedschap: ΔL > 0
(+)
Als het gereedschap korter is dan het referentiegereedschap: ΔL < 0
(–)
Zie Bewerking instellen voor het invoeren van een gereedschap
in de gereedschapstabel.
24
Afb. I.16 MM-indicatie
Afb. I.17 Gereedschapslengte en -diameter
I Bedieningshandleiding