14.1
Reinigen
Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal
UF02 BAG00225.5 06.23
Controleer rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen zeer
•
zorgvuldig!
•
Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangleidingen nooit met
benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën.
Na het schoonmaken de machine doorsmeren, vooral na het
•
reinigen met een hogedrukspuit of stoomcleaner of vet
oplossende middelen.
Volg de wettelijk voorschriften op voor het milieuverantwoord
•
afvoeren van reinigingsmiddelen.
•
Beslist de volgende punten opvolgen, wanneer u een hoge druk
reiniger of stoomcleaner gebruikt:
Geen elektrische componenten schoonspuiten.
ο
Geen verchroomde delen schoonspuiten.
ο
ο
Richt de straal van de hogedrukreiniger of stoom-cleaner
nooit rechtstreeks op de smeerpunten, lagers, typeplaat,
waarschuwingsborden en kleefolie.
Zorg altijd voor een minimale afstand van 300 mm tussen
ο
de sproeier van de hogedrukreiniger/stoomcleaner en de
machine.
De ingestelde druk van een hogedrukreiniger/stoomstraler
ο
mag niet meer zijn dan 120 bar.
ο
Volg de veiligheidsregels op voor het gebruik van een
hogedruk reinigingsinstallatie.
Reiniging, onderhoud en reparatie
183