Inhoudsopgave
Advertenties
11.3.3
Spuitvloeistoftank vullen via drukaansluiting
1. Bepaal de exacte watervulhoeveelheid (zie
hiervoor hoofdstuk "Vul- resp.
bijvulhoeveelheden berekenen, op pagina
146).
2. Drukslang verbinden met de drukaansluiting
en de hydrant.
3. Omschakelkraan FD in stand
4. TwinTerminal:
4.1 Drukvulling
4.2 Gewenst vulpeil invoeren en
bevestigen.
Het vullen van de spuitvloeistoftank stopt
→
automatisch wanneer het ingestelde niveau
is bereikt.
5. Preparaat tijdens het vullen inspoelen, zie
pagina 153.
6. Onderbreek het vullen als het inspoelen niet
afgesloten kan worden voor het gewenste
niveau bereikt is.
→
Omschakelkraan FD in positie
7. Zodra het gewenste niveau is bereikt:
Afsluitkraan op voedingszijde
ο
sluiten.
ο
TwinTerminal: Drukslang ontlasten
Omschakelkraan FD in positie
ο
Slang afkoppelen van de
ο
vulaansluiting.
De slang is nog met water gevuld.
UF02 BAG00225.5 06.23
VOORZICHTIG
•
Maximaal toegestane waterdruk: 8 bar
•
Bij een vulcapaciteit meer dan 500 l/min het deksel van de
spuitvloeistoftank tijdens het vullen open houden.
Het is anders mogelijk dat de spuitvloeistoftank wordt
beschadigd.
kiezen.
0
.
0
.
Werken met de machine
153
Advertenties
Inhoudsopgave
