7.5
Tractor/machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen
UF02 BAG00225.5 06.23
WAARSCHUWING
Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten bij handelingen aan de machine door
onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van
•
de tractor opgeheven, onbeveiligde machine;
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde
•
onderdelen.
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
•
combinatie.
Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en
•
wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert.
Alle handelingen aan de machine, zoals
•
montagewerkzaamheden, instellen, verhelpen van storingen,
reinigen, uitvoeren van service- en onderhoudswerkzaamheden,
zijn verboden
ο
als de machine nog wordt aangedreven;
zolang de tractormotor met aangesloten aandrijfas /
ο
hydraulisch systeem loopt;
ο
als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en
de tractormotor bij aangesloten cardanas/hydraulisch
systeem onbedoeld kan worden gestart.
ο
als tractor en machine niet met hun handrem en/of
wielkeggen tegen onbedoeld wegrollen zijn beveiligd;
wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld
ο
bewegen zijn geblokkeerd.
Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact
met onbeveiligde onderdelen.
1. Laat de opgetilde, onbeveiligde machine/opgetilde, onbeveiligde
machinedelen zakken.
Zo verhindert u een onvrijwillig zakken.
→
2. Zet de motor van de tractor uit.
3. Verwijder de contactsleutel.
4. Trek de handrem van de tractor aan.
5. Beveilig de machine tegen ongewenst wegrollen (alleen
aangehangen machine)
ο
op een vlakke ondergrond met handrem (indien aanwezig)
of wielkeggen.
op zeer oneffen terrein of op hellingen met handrem en
ο
wielkeggen.
In bedrijf stellen
123