Machine aan- en afkoppelen
VOORZICHTIG
Gevaar voor botsing van de
parkeerinrichting met het
tractorwiel.
Controleer voor het rijden of in alle
aanbouwposities voldoende plaats
tussen tractor en machine aanwezig
is.
Het parkeerwiel moet altijd vrij
kunnen draaien.
1. De tractortrekstangen op gelijke hoogte
instellen.
2. Kogelhulzen in de koppelingspunten van de
3-puntsaanbouw bevestigen en borgen.
3. Tractor zodanig naar de machine rijden, dat
tussen de tractor en de machine voldoende
plaats overblijft voor het aankoppelen van
de voedingsleidingen.
4. Voedingsleidingen koppelen.
5. Cardanas koppelen.
6. Rijd met de tractor naar de machine.
7. Koppel de trekstangen vanaf de
bestuurderszitplaats.
8. Koppel de topstang vanaf de
bestuurderszitplaats.
9. Controleer of de haken van de trekstangen
en topstang correct zijn vergrendeld.
10. Til de machine op in de transportpositie.
11. Verander de lengte van de topstang
zodanig, dat de spuitboomdrager van de
aanbouwveldspuit verticaal staat.
12. Steunen in transportpositie zetten.
128
UF02 BAG00225.5 06.23