Opbouw en werking van de spuitbomen
6.2.3
Eénzijdig werken met rechterspuitboomarm
100
De spuitboom is volledig uitgeklapt.
1. Bedien tractorregeleenheid groen totdat
→
de linkerspuitboomarm volledig is opgevouwen.
De trillingsdemping vergrendelt automatisch vóór het opvouwen van
de linkerspuitboomarm.
2. Bedien tractorregeleenheid geel.
Stel de spuithoogte van de spuitboom zodanig in dat de
→
spuitboom zich op minstens 1 m afstand van de bodem bevindt.
→
De automatische transportbeveiliging vergrendelt de
samengevouwen linkerspuitboomarm.
3. Schakel de secties van de linkerspuitboomarm uit.
4. Rij bij het spuiten met een duidelijk verlaagde snelheid.
5. Ontgrendel de automatische transportbeveiliging weer voordat
de linkerspuitboomarm weer wordt uitgevouwen. Zie hiervoor het
hoofdstuk "Transportbeveiliging ontgrendelen", pagina 98.
Na het éénzijdige spuiten:
6. Bedien tractorregeleenheid groen totdat
→
ingeklapte spuitboomarmen weer volledig uitklappen.
→
de trillingsdemping ontgrendelt.
7. Schakel alle secties weer in.
UF02 BAG00225.5 06.23