Opbouw en werking van de spuitbomen
6.6
Hydraulische hellingverstelling
6.7
DistanceControl / ContourControl.
De spuitboom-regelinrichting houdt de
spuitbomen op de gewenste afstand automatisch
parallel t.o.v. het doelvlak.
Ultrasone sensoren (1) meten de afstand tot de
bodem of het gewas.
Bij het uitschakelen van de spuit op de
wendakker worden de spuitbomen automatisch
opgetild.
Bij het inschakelen zakken de spuitbomen terug
op de gekalibreerde hoogte.
Zie de handleiding van de software
ISOBUS.
Instelling van de ultrasone sensoren:
zie afbeelding
→
104
Parallel t.o.v. de grond resp. het doelvlak kan de spuitboom worden
uitgelijnd via de hydraulische hellingverstelling in geval van
ongunstige bodemomstandigheden, bijv. bij verschillend diepe sporen
of eenzijdig rijden in een voor.
De weergave volgt op de bedieningsterminal.
De instelling wordt afhankelijk van de uitrusting uitgevoerd via
•
de bedieningsterminal of
•
de tractorregeleenheid beige.
Zie bedieningshandleiding bedieningsterminal.
UF02 BAG00225.5 06.23