Kalibratie van de diaLog DACa regelaar
92
Vastleggen van de bufferdetectie
Bij de 2-puntskalibratie zijn er 2 mogelijkheden voor
bufferdetectie.
[Voorgedefinieerd]: hierbij moeten uit de 4 mogelijke
buffersets 2 buffers worden gekozen. Bij de kalibratie
moet de gekozen volgorde, bijv. bufferwaarde 1: pH 7
en bufferwaarde 2: pH 4 worden gevolgd:
ProMinent
–
–
NBS/DIN 19266 (pH 1; 4; 7; 9).
DIN 19267 (pH 1;4; 7; 9; 13).
–
Merck + Riedel
–
De buffersets onderscheiden zich door de pH-waarden
en temperatuurinvloeden die in de regelaar zijn vast‐
gelegd. De pH-waarden bij de temperaturen zijn op de
reservoirs van de buffers gedrukt.
[Handmatig]: hierbij moet de bufferwaarde met de bij‐
behorende temperatuur in de regelaar worden inge‐
voerd.
De pH-waarden van de bufferoplossing, bij van 25
–
°C afwijkende temperaturen, staan in een tabel op
het etiket van de bufferfles.
Kies de beschikbare buffer.
CAL pH
Kalibratiemethode
Bufferdetectie
Bufferfabrikant
Bufferwaarde 1
Bufferwaarde 2
Buffertemperatuur
Buffertemperatuur
Afb. 47: Voorbeeld: Weergave bij [CAL-Setup]
Gebruikte buffers
De gebruikte buffers afvoeren. Voor informatie, zie het
veiligheidsinformatieblad van de bufferoplossing.
Geldige kalibratiewaarden
Geldige kalibratie:
Nulpunt -60 mV...+60 mV
–
Steilheid in 55 mV/pH...62 mV/pH
–
Voor de kalibratie zijn twee testreservoirs met bufferoplossing
nodig. De pH-waarden van de bufferoplossingen moeten minimaal
2 pH-waarden uit elkaar liggen. Spoel de sensor bij het wisselen
van de bufferoplossing grondig met water.
(pH 4; 7; 9; 10). (Voorinstelling)
®
(pH 2; 4; 7; 9; 12).
®
2-punts
Handmatig
ProMinent
pH 7
pH 4
Handmatig
25.0 °C
A1512