8.2 Hydraulische installatie
8.3 Sensoren elektrisch installeren
Debietsensoren elektrisch installeren
Sensoren installeren in bypassarmatuur DLG III/IV
Vrije uitloop
Zorg dat bij de uitloop van de DLG geen overdruk > 1
bar en ook geen onderdruk aanwezig is. Overdruk
beschadigt de DLG. Onderdruk beschadigt de inge‐
bouwde sensoren.
1.
De meetwaterleiding aansluiten met de slangaansluitset 8/5
mm (DLG III A) of de lijmverbinding PVC-U-pijp d16 met de
lijmkoppeling d16
2.
Indien van toepassing: De terugspoelleiding aansluiten (bin‐
nendiameter van de slang 4 - 6 mm)
De bypassarmatuur kan zijn uitgerust met verschillende sensoren.
De hier volgende sensortypen kunnen, maar hoeven niet zijn inge‐
bouwd.
Bij de debietsensoren alleen zeer lage veiligheids‐
spanning (SELV), volgens EN 60335-1 aansluiten.
De kabel moet een diameter hebben van 4 mm, zodat
de kabelwartel de beschermingsgraad IP 65 bereikt.
1.
Pak het bovengedeelte van de debietsensor vast een draai
het een kwartslag linksom los (bajonetsluiting).
2.
De klembout van de M12-wartel losdraaien en de kabel van
de alarminrichting doorvoeren
3.
Verwijder 2 cm van de kabelmantel
4.
Verwijder de isolatie van de aderuiteinden
5.
Monteer de adereindhulzen
6.
De debietsensor volgens de tabel aansluiten op een alarmin‐
richting:
Klem
Contact
1
Verbreker (NC)
2
Basiscontact (C)
3
Maakcontact (NO)
Technische gegevens van het reedcontact, potentiaalvrij:
Schakelvermogen max. 3 W
n
Schakelspanning max. 42 V zeer lage veiligheidsspan‐
n
ning (SELV)
Schakelstroom max. 0,25 A
n
7.
Houd ca. 5 cm reservelengte van de kabel in de debietsensor
en de klembout van de M12-wartel vastdraaien
8.
Schuif het bovengedeelte van de sensor helemaal in de
behuizing en het rechtsom voorzichtig vastdraaien tot de
aanslag, zodat de nokken van de bajonetsluiting niet
afbreken
37