Inhoudsopgave
Advertenties
19.1.1
Kalibratie van de celconstante
CAL CELLCONST
CELLC
Afb. 88: Kalibratie van de celconstante
Kalibratie in vergelijking met een kali‐
bratie-oplossing
Kalibratie de Compact regelaar, inductieve geleidbaarheid
-1
1.0000cm
OK
CAL=ACCEPT
1.
Druk op de
toetsen naar
2.
De temperatuurcoëfficiënt van de kalibratie-oplossing
instellen.
Bevestig dit met de toets
3.
Doop de sensor in de kalibratie-oplossing en beweeg de
sensor licht.
4.
Wacht tot de geleidbaarheids- en temperatuurwaarde zijn
gestabiliseerd.
Druk op de
ð De gemeten geleidbaarheidswaarde wordt weergegeven.
5.
Nu moet de gemeten geleidbaarheidswaarde met de
of
op de kalibratie-oplossing opgegeven geleidbaarheids‐
waarde.
ð Bij een succesvolle kalibratie worden alle bepaalde
CAL
CELLCONST
TCOEFF
ZERO
CAL CELLCONST
TCoeffCAL
1.90%/°C
CAL CELLCONST
µS
COND= 43,2
/cm @25°C
CAL_T=
155.0 °C
CAL=CONTINUE
CAL CELLCONST@25°C
COND=
043,975
-toets en verplaats de cursor met de
[CELLCONST] en bevestig dit met de
De temperatuurcoëfficiënt van de kalibratie-
oplossing is aangegeven op het reservoir van de
kalibratie-oplossing.
.
-toets.
-toetsen worden ingesteld, in overeenstemming met de
waarden voor de celconstante door de regelaar opge‐
slagen. Daarna worden de foutcontroles die betrekking
hebben op de meetwaarde opnieuw gestart. Het nume‐
rieke instelbereik van de celconstante heeft geen begren‐
zing.
µS
/cm
A1865
of
-
-toets.
,
135
Advertenties
Inhoudsopgave
