Kalibratie van de diaLog DACa regelaar
104
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de kali‐
bratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is inge‐
steld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uitgang
[Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren, volgens de
instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een suc‐
cesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor nulpunt
en steilheid op.
Basisweergave ➨
CAL ORP
Offset
Laatste kalibratie
CAL-Setup
Kalibratiemethode
Ga verder met <CAL>
Afb. 61: Data-invoer kalibratie redox-sensor (CAL)
1.
Ga verder met
CAL ORP
Offset
Accepteer met <CAL>
Afb. 62: [Offset] aanpassen
2.
Druk op de
-toets en stel met de vier pijltoetsen de mV-
waarde in
3.
Druk op de
-toets
4.
Het resultaat van de kalibratie wordt door het drukken op de
-toets opgeslagen in het geheugen van de regelaar
ð De regelaar werkt met de resultaten van de kalibratie.
0.0 mV
21-05-2013 14:59:56
Data-invoer offset
0,1 mV
A1032
A1033