Kalibratie van de diaLog DACa regelaar
17.1.8
Temperatuur kalibreren
126
CAL Cl
Kalibratie geslaagd
Steilheid
Nulpunt
Ga verder met <CAL>
Afb. 85: Referentiewaardekalibratie
7.
Het resultaat van de kalibratie opslaan in het geheugen van
de regelaar, door te drukken op de
ð De regelaar toont weer de basisweergave en werkt met
de resultaten van de kalibratie.
Mislukte kalibratie
Valt het resultaat van de kalibratie buiten de
vastgestelde tolerantiegrenzen, verschijnt
een foutmelding. In dat geval wordt de
actuele kalibratie niet geaccepteerd.
Controleer de voorwaarden voor de kalibratie
en verhelp de fout. Herhaal daarna de kali‐
bratie.
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de kali‐
bratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden
gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een basis‐
charge of een handmatige instelbare variabele is inge‐
steld. Deze blijft actief. De meetwaarde-uitgang
[Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren, volgens de
instellingen in het menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle
foutcontroles die betrekking hebben op de meet‐
waarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een suc‐
cesvolle kalibratie de bepaalde gegevens voor nulpunt
en steilheid op.
Eventueel is hierbij een handmeetapparaat voor de meetgrootheid
temperatuur nodig. Dit handmeetapparaat moet nauwkeurig
genoeg meten en weergeven, om een succesvolle kalibratie te
waarborgen.
1.
Druk bij de basisweergave op de
2.
Ga verder met
3.
Volg de instructies op het display van de regelaar en voer de
kalibratie uit.
A1047
-toets
-toets.