Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

De controlelamp a brandt.
U kunt de TC weer activeren door
nogmaals op de knop a te drukken.
Controlelamp a 3 60.
Elektronisch stabiliteits‐
programma (ESP)
Het elektronische stabiliteitspro‐
gramma (ESP®) verbetert indien no‐
dig de rijstabiliteit ongeacht het weg‐
dek of de grip van de banden. Het
voorkomt ook dat de aangedreven
wielen doorslaan.
Zodra de auto dreigt uit te breken (on‐
derstuur/overstuur) wordt het motor‐
vermogen verminderd en worden de
wielen afzonderlijk afgeremd. Daar‐
door wordt de rijstabiliteit van de auto
op een glad wegdek aanmerkelijk
verbeterd.
ESP® werkt zodra de controlelampen
b en a doven.
Wanneer ESP® ingrijpt, gaat b knip‐
peren.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 60.
Rijden en bediening

Brandstof

Brandstof voor
benzinemotoren
Alleen loodvrije brandstoffen gebrui‐
ken die voldoen aan EN 228.
Gelijkwaardig genormeerde brand‐
stoffen met een ethanolgehalte van
max. 10 vol % mogen ook worden ge‐
bruikt. In dit geval alleen brandstof
gebruiken die voldoet aan E DIN
51626-1.
Brandstof met het aanbevolen oc‐
taangetal gebruiken 3 131. Het ge‐
bruik van brandstof met een te laag
octaangetal resulteert mogelijk in een
lager motorvermogen en motorkop‐
pel en kan een lichte stijging van het
brandstofverbruik tot gevolg hebben.
Wanneer het RON 95-label aan de
tankvulklep is bevestigd, moet lood‐
vrije brandstof met een octaangetal
van 95 of hoger worden getankt.
93

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Agila

Inhoudsopgave