Tripcomputer
Boordcomputer
De functies zijn te selecteren door de
knop MODE op de instrumenten‐
groep meerdere malen in te drukken.
Op de knop MODE drukken om een
van de volgende functies te selecte‐
ren:
■ Actieradius
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
Instrumenten en bedieningsorganen
Actieradius
De actieradius wordt op basis van de
aanwezige tankinhoud en het mo‐
mentane verbruik berekend. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐
radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Als het brandstofpeil gering is, ver‐
schijnt --.- op het kilometertellerdis‐
play.
Bovendien begint de controlelamp Y
op de instrumentengroep te branden.
Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Om te resetten de knop MODE en‐
kele seconden ingedrukt houden, ter‐
wijl het gemiddelde verbruik op het
display staat.
Het display geeft korte tijd --.- weer,
waarna het gemiddelde verbruik
wordt bijgewerkt.
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Totdat de auto in beweging komt
staat --.- op het display.
Maateenheden instellen
U kunt de maateenheden selecteren
die moeten worden gebruikt voor
brandstofverbruikswaarden.
Terwijl de auto stilstaat en het mo‐
mentane verbruik wordt weergege‐
ven op het display, houdt u de knop
MODE enkele seconden ingedrukt
om te wisselen tussen L/100km en
km/L.
Stroomonderbreking
Als de voeding werd onderbroken of
de accuspanning te ver is gedaald,
zullen de waarden verloren gaan die
in de boordcomputer zijn opgeslagen.
63