82
Rijden en bediening
Rijden en bediening
Rijtips ........................................... 82
bak ............................................... 90
Remmen ...................................... 91
Brandstof ..................................... 93
Rijtips
Controle over de auto
Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer
(bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach-
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar.
Tijdens een Autostop blijven alle sys-
temen werken, maar de stuurbe-
krachtiging werkt beperkt en de rij-
snelheid wordt verlaagd.
Stop-startsysteem 3 84.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Ter verbetering van de motorpresta-
ties is Autostop mogelijk geblokkeerd
aan het begin van de rit.
Tijdens de inrijperiode liggen het
brandstof- en motorolieverbruik mo-
gelijk iets hoger.