Achterbank naar voren klappen zodat
de achterklep 3 45 bereikbaar
wordt en met een geschikte schroe‐
vendraaier de
noodontgrendelingshendel omhoog‐
drukken om de achterklep te openen.
Antidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem
9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐
delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
Alle portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Bij het ontgrendelen van de auto
wordt de mechanische diefstalbevei‐
liging uitgeschakeld.
Alle portieren kunnen worden ont‐
grendeld, wanneer het contact naar
stand ON wordt gedraaid.
Sleutels, portieren en ruiten
Inschakelen
Diefstalbeveiliging met sleutel
Sleutel in het slot van het bestuur‐
dersportier steken en tweemaal bin‐
nen 3 seconden naar de achterkant
van de auto draaien.
Diefstalbeveiliging met
afstandsbediening
Binnen 3 seconden tweemaal op
knop e van de afstandsbediening
drukken.
23