Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:
* = airbags van voorpassagier zijn
gedeactiveerd en gaan niet af
bij een aanrijding. De contro‐
lelamp * brandt continu. Het
is mogelijk een kinderveilig‐
heidssysteem te monteren
zoals aangegeven in de tabel
3 39.
V = airbags van voorpassagier zijn
actief. U mag geen kindervei‐
ligheidssystemen aanbren‐
gen.
9 Gevaar
Levensgevaar voor kinderen in
een kinderveiligheidssysteem te‐
zamen met een geactiveerde air‐
bag op de passagiersstoel voorin.
Levensgevaar voor volwassenen
bij een buiten werking gestelde
airbag van de passagiersstoel
voorin.
Zolang de controlelamp * niet
brandt, zullen de airbagsystemen van
de passagiersstoel afgaan in geval
van een aanrijding.
Status alleen wijzigen tijdens stilstand
met het contact uitgeschakeld.
De status blijft vervolgens tot de vol‐
gende wijziging van kracht.
Controlelamp airbag-deactivering
3 58.
Stoelen, veiligheidssystemen
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij adviseren het Opel-kinderveilig‐
heidssysteem dat specifiek voor mon‐
tage in uw auto geschikt is.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐
ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
37