30
Stoelen, veiligheidssystemen
Stoelverstelling
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd
kunnen bewegen.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
stoel hoorbaar vastklikken.
Bij het verstellen de rugleuning niet
belasten.
Zithoogte
Hendel in een pompende beweging
bedienen
omhoog = stoel omhoog
omlaag = stoel omlaag