70
Infotainmentsysteem
1. f: Cd uitwerpen
2. 6: Geluidsinstellingen
3. i: Stilte/Stilte opheffen
4. AST: Automatisch zoeken
5. Display
6. Cd-sleuf
7. AF: Alternatieve frequentie
8. PTY: Programmatype
9. TA: Verkeersbericht
10. 3, RDM: Voorkeurzender 3 radio,
Willekeurige afspeelvolgorde cd/
mp3
11. 6, TEXT: Voorkeurzender 6 radio,
Tekstweergave mp3
12. 2, RPT: Voorkeurzender 2 radio,
Track herhalen cd/mp3
13. 5, DISC/FLD+: Voorkeurzender 5
radio,
Volgende map mp3
14. 4, -DISC/FLD: Voorkeurzender 4
radio,
Vorige map mp3
15. 1, SCN: Voorkeurzender 1 radio,
Tracks scannen cd
16. b VOLUME: Indrukken om in- en
uit te schakelen,
Omdraaien voor het volume
17. CD: Cd-spelermodus
18. FM/AM: Wisselen tussen FM en
AM
19. g: Omlaag zoeken radio,
Vorige track cd/mp3
20. h: Omhoog zoeken radio,
Volgende track cd/mp3
Afstandsbediening op stuurwiel
+ of -: Volume
i: Stilte/Stilte opheffen
MODE: Modus wijzigen en systeem
inschakelen
g: Omlaag zoeken radio, vorige track
cd/mp3
h: Omhoog zoeken radio, volgende
track cd/mp3
Diefstalalarm
Wanneer een elektronische beveili‐
gingscode is ingesteld, kan het toe‐
stel na demontage of na loskoppeling
van de accu alleen bediend worden
als de juiste 4-cijferige code wordt in‐
gevoerd. Bij aflevering geldt de fa‐
briekscode 0000.
Nieuwe 4-cijferige
beveiligingscode instellen
1. Om uit te schakelen op de knop b
VOLUME drukken.
2. De knoppen met de nummers 3
en 4 tegelijkertijd indrukken en
vasthouden en op de knop b
VOLUME drukken. SEC ver‐
schijnt op het display.
3. De knop h en de knop met num‐
mer 1 tegelijkertijd indrukken.
- - - - verschijnt op het display.
4. De knop met nummer 1 herhaalde
malen indrukken om de waarde
van het eerste cijfer te verhogen.
Op dezelfde manier de knoppen