Download Print deze pagina

Alfa Romeo Giulia 2018 Gebruik En Onderhoud pagina 89

Advertenties

gevoelige zone, de weergave van de
storingscyclus weer gestart wordt.
BELANGRIJK
57) Het systeem is een rijhulpsysteem, het
waarschuwt de bestuurder NIET bij nadering
van voertuigen buiten de detectiezones. De
bestuurder moet altijd voldoende aandacht
houden voor het verkeer en de
wegomstandigheden en voor het controleren
van het traject van het voertuig.
58) Het Forward Collision Warning (FCW)
systeem wordt automatisch buiten werking
gesteld wanneer de RACE modus wordt
geselecteerd.
59) Het systeem is een ondersteuning voor
de bestuurder die altijd zijn volle aandacht
bij het rijden moet houden. De
verantwoordelijkheid voor het besturen van
het voertuig ligt altijd nog bij de bestuurder,
die rekening moet houden met de
verkeersomstandigheden om in volledige
veiligheid te kunnen rijden. De bestuurder
moet altijd de op veilige afstand te rijden ten
opzichte van het voertuig dat voor hem rijdt.
60) Als de bestuurder het rempedaal
volledig intrapt of een snelle stuurbeweging
maakt terwijl het systeem in werking is, dan
kan de automatische remingreep gestopt
worden (bijv. om een eventuele manoeuvre
om het obstakel te vermijden mogelijk te
maken).
61) Het systeem werkt voor voertuigen die
op dezelfde rijbaan rijden. Mensen, dieren en
voorwerpen (bijv. kinderwagens) zijn buiten
beschouwing gelaten.
62) Als de auto op een rollenbank geplaatst
moet worden voor
onderhoudswerkzaamheden of als hij
gewassen wordt in een automatische
wastunnel met een obstakel ervoor (bijv. een
ander voertuig, een muur of een ander
obstakel), dan kan het systeem dit
detecteren en geactiveerd worden. In dit
geval moet het systeem uitgeschakeld
worden via in de instellingen van het
Connectsysteem.
63) De aanwezigheid van het TPMS ontslaat
de bestuurder niet van de verplichting om de
bandenspanning regelmatig te controleren,
met inbegrip van de reserveband, en correct
onderhoud uit te voeren: het systeem is niet
bedoeld om een mogelijk defect aan een
band aan te geven.
64) De bandenspanning moet worden
gecontroleerd bij stilstaande en koude
banden; als de bandenspanning om welke
reden dan ook bij warme banden wordt
gemeten, verlaag de bandenspanning dan
niet, ook al is deze hoger dan de
voorgeschreven waarde. Herhaal de
controle wanneer de banden koud zijn.
65) Bij montage van een of meer wielen
zonder sensoren, zal het systeem niet langer
beschikbaar zijn en verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het display, tot
alle wielen met sensoren weer gemonteerd
zijn.
66) Het TPMS-systeem waarschuwt niet bij
een plotselinge afname van de
bandenspanning (bijv. bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen het voertuig tot
stilstand en voorkom bruuske
stuurbewegingen.
67) Schommelende buitentemperaturen
kunnen de bandenspanning beïnvloeden. Het
TPMS-systeem kan tijdelijk onvoldoende
spanning aangeven. Controleer in dergelijke
gevallen de bandenspanning bij koude
banden en herstel zo nodig de juiste
spanningswaarde.
68) Wanneer standaardbanden moeten
worden vervangen door winterbanden (en
omgekeerd), moet het TPMS-systeem hierop
worden afgesteld. Dit mag alleen door het
Alfa Romeo Servicenetwerk worden
verricht.
69) Wanneer een wiel wordt vervangen, is
het raadzaam ook de rubberen
ventielpakking te vervangen: neem contact
op met een Alfa Romeo Servicenetwerk. De
montage/verwijdering van de banden en/of
velgen vereisen bijzondere zorg. Om
beschadiging of verkeerde montage van de
sensoren te voorkomen, dienen
montage-/demontagewerkzaamheden
uitsluitend door specialisten uitgevoerd te
worden. Neem contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK
22) Het systeem kan beperkt of niet werken
vanwege weersomstandigheden zoals zware
regen, hagel, dikke mist, hevige sneeuw.
23) De sectie van de bumber voor de sensor
mag niet bedekt zijn met stickers, extra
koplampen of enig ander voorwerp.
87

Advertenties

loading