MOTOROLIE
158)
66)
BELANGRIJK Verifieer de aanduiding van
het motoroliepeil voordat u lange ritten
gaat maken.
Het motoroliepeil wordt bij elke start
getoond op het display van het
instrumentenpaneel of op het display van
het Connect-systeem door in het
hoofdmenu (MENU-toets)
achtereenvolgens de volgende functies te
activeren: "Applicaties", "Autostatus" en
"Oliepeil".
Controleer door middel van de
6 streepjes op het display of het oliepeil
tussen MIN en MAX ligt: 1 streepje niveau
MIN, 6 streepjes niveau MAX. Als de
oliepeilaanduiding de eerste rode
inkeping bereikt, vul dan olie bij via de
vulopening 1 en houd er rekening mee dat
elke inkeping op het display overeenkomt
met circa:
Motor 2.0 T4 MAir
250 ml.
2.2 JTD-motor
67)
BELANGRIJK Zorg ervoor niet teveel
motorolie bij te vullen. Teveel motorolie
kan leiden tot beschadiging van de motor.
180
Laat het voertuig controleren. Het MAX
peil mag nooit worden overschreden als
de motorolie wordt bijgevuld. Het is
aanbevolen om tijdens het bijvullen
tussentijdse controles van het oliepeil op
het display uit te voeren.
BELANGRIJK Na het bijvullen van de
motorolie wordt de weergave van het
oliepeil op het display niet onmiddellijk
bijgewerkt; wacht derhalve op de
bijwerking van het oliepeil op het display
volgens de hieronder beschreven
procedure.
Bijvullen en bijwerken weergave
oliepeil op het display
Pas de volgende aanwijzingen toe
wanneer de olie moet worden bijgevuld
om de correcte aanduiding van het
oliepeil op het display te waarborgen:
Motor 2.0 T4 MAir
plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond en laat de motor minstens
5 minuten lang draaien (temperatuur
hoger dan 80°C), zet de motor vervolgens
af;
de motor starten en op laag stationair
laten lopen; ongeveer 2 minuten wachten.
2.2 JTD-motor
plaats het voertuig op een vlakke
ondergrond en laat de motor draaien tot
de tweede markering van de
olietemperatuur op het display oplicht,
zet de motor vervolgens af;
wacht minstens 3 minuten, draai
vervolgens de startschakelaar op ON
zonder de motor aan te laten slaan en
wacht 20 seconden.
BELANGRIJK Als de aanduiding na de
eerder beschreven procedure niet
bijgewerkt is, contact opnemen met het
Alfa Romeo-servicenetwerk.
BELANGRIJK De oliepeilstok in de
motorruimte, uitsluitend op uitvoeringen
met 2.2 JTD-motor, mag UITSLUITEND
worden gebruikt wanneer de
oliepeilsensor een storing vertoont. In dit
geval gaat het symbool
branden op
het display van het instrumentenpaneel.
Het motoroliepeil moet, wanneer nodig,
uitsluitend bij koude motor met de hand
(met de peilstok) worden gecontroleerd.
Om geen enkele reden mag het
motoroliepeil met de hand (met de
peilstok) worden gecontroleerd bij
warme motor. Door de aanraking met de
omringende elementen van de motor
kunnen brandwonden worden
veroorzaakt.
Deze handeling mag uitsluitend worden
toegepast tot de correcte werking van de
oliepeilsensor is hersteld. Laat de
werking ervan herstellen door een erkend
centrum van het Alfa Romeo
Servicenetwerk.