99
100
Het systeem verhoogt het rijcomfort dat
door de elektronische Cruise Control
wordt geboden als u op de snelweg of op
wegen buiten de bebouwde kom met
weinig verkeer rijdt.
Waarschuwingen
Als de sensor geen voorligger detecteert,
houdt het systeem een vast ingestelde
snelheid aan.
Als de sensor een voorligger detecteert,
grijpt het systeem automatisch in door
enigszins te remmen (of gas te geven) om
de oorspronkelijk ingestelde snelheid
niet te overschrijden. Dit gebeurt op
zodanige wijze dat het voertuig de vooraf
ingestelde afstand bewaart terwijl het
probeert zich aan te passen aan de
snelheid van de voorligger.
In onderstaande gevallen is de prestatie
van het systeem niet gegarandeerd en
06016S0003EM
daarom is het aanbevolen om het
systeem uit te schakelen door op de knop
fig. 101 te drukken:
bij mist, harde regen, sneeuw, druk
verkeer en complexe rijsituaties (bijv. bij
wegwerkzaamheden op de snelweg);
in de buurt van een bocht (bochtige
wegen), op bevroren, besneeuwde of
gladde wegen of wegen met steile
hellingen of afdalingen;
invoegen op een afslagstrook of op
een afrit van de autosnelweg; r slepen van
06016S0004EM
een aanhanger;
een aanhangwagen slepen;
wanneer de omstandigheden veilig
rijden op een constante snelheid niet
mogelijk maken.
INSCHAKELING / UITSCHAKELING
ACTIVE CRUISE CONTROL
Het systeem kan vier werkingsstatussen
aannemen:
Ingeschakeld (niet geprogrammeerde
snelheid);
Geactiveerd (geprogrammeerde
snelheid);
In pauze;
Gedeactiveerd.
Inschakeling /Activering
Om het systeem in te schakelen knop
fig. 101 indrukken en loslaten.
101
Met het systeem ingeschakeld en klaar
voor de werking wordt op het display het
bijbehorende witte pictogram
weergegeven en in plaats van de waarde
van de snelheid worden streepjes
weergegeven fig. 102.
07146S0010EM
127