BELANGRIJK
89) Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
dakbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens
de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
90) Rijd altijd met de handen op de rand van
het stuurwiel zodat de airbag indien nodig
ongehinderd opgeblazen kan worden. Rijd
niet met het lichaam naar voren gebogen,
maar houd de rugleuning in een rechte stand
en steun er goed tegen met uw rug.
91) De passagiersairbag kan buiten werking
worden gesteld via het Connectsysteem
door het selecteren van de volgende functies
in volgorde op het hoofdmenu: 'Instellingen';
'Veiligheid'; 'Air Bag passagier' en
'uitschakeling'.
92) Hang geen harde voorwerpen aan de
kledinghaken of de steunhandgrepen.
93) Steun niet met het hoofd, de armen of de
ellebogen tegen het portier, de ruiten of in
het gebied van de Hoofdairbag om mogelijke
verwondingen tijdens het opblazen te
voorkomen.
94) Steek nooit het hoofd, de armen of
ellebogen uit het raam.
112
95) Als het startsysteem op ON wordt gezet
en het
lampje niet gaat branden of tijdens
het rijden blijft branden, dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen; in dat
geval kunnen de airbags of gordelspanners
niet in werking treden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld
in werking treden. Neem onmiddellijk
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren alvorens verder te rijden.
96) In het geval van een storing van de led
OFF (bevindt zich op de instapverlichting
voor), verschijnt het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel.
97) Bedek bij voertuigen met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet met extra
hoezen.
98) Reis niet met voorwerpen op schoot of
voor de borst en houd niets in de mond (pijp,
pen, enz.): deze kunnen ernstig letsel
veroorzaken als de airbag in werking treedt.
99) Laat bij diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door een Alfa Romeo
Servicepunt controleren.
100) Een storing van het airbaglampje
wordt aangegeven door het aangaan van het
symbool "storing airbag" en een speciaal
bericht op het display van het
instrumentenpaneel. De pyrotechnische
ladingen zijn niet uitgeschakeld. Neem
onmiddellijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren alvorens verder te rijden.
101) De activeringsdrempel van de airbag is
hoger dan die van de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
102) De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt hun
doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.