wanneer het systeem in pauze wordt
gezet (zie paragraaf "Inschakelen /
Uitschakelen Active Cruise Control");
als de condities die in de paragraaf "De
gewenste snelheid instellen" zich
voordoen;
SIGNALERING BEPERKTE WERKING
VAN HET SYSTEEM
Als op het display dit bericht wordt
weergegeven, doet er zich mogelijk een
conditie voor die de werking van het
systeem beperkt.
De mogelijke redenen voor deze
beperking zijn een blokkering van het
zicht van de camera of een storing. Als
een belemmering wordt gesignaleerd,
maak dan het gebied van de voorruit
schoon dat in fig. 100 is weergegeven en
controleer of het bericht verdwijnt.
Wanneer de omstandigheden die de
werking van het systeem hebben beperkt
ophouden, zal het systeem naar een
normale en volledige werking terugkeren.
Als de fout aanhoudt, contact op nemen
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS
HET RIJDEN
In sommige rijsituaties (zie de
beschrijving) werkt het systeem mogelijk
niet correct: de bestuurder moet dan ook
altijd de controle over het voertuig
behouden.
132
Een aanhangwagen slepen
Het slepen van een aanhangwagen wordt
niet aanbevolen tijdens het gebruik van
het systeem.
Niet uitgelijnd voertuig
Het is mogelijk dat het systeem een
voorligger op dezelfde rijbaan die niet op
dezelfde richtingslijn zit of een voertuig
dat via een zijstrook invoegt, niet
detecteert. In deze gevallen wordt
mogelijk onvoldoende afstand
gegarandeerd van voorliggende
voertuigen.
Het niet-uitgelijnde voertuig kan de
richtingslijn inkomen of verlaten,
waardoor een plotselinge remwerking of
versnelling van het voertuig wordt
veroorzaakt.
Sturen en bochten
Bij het nemen van een bocht met
ingesteld systeem, kan het systeem de
snelheid en de acceleratie begrenzen om
de stabiliteit van het voertuig te
garanderen, ook als er geen voorliggers
zijn gedetecteerd. Na de bocht herstelt
het systeem de eerder ingestelde
snelheid.
BELANGRIJK Bij scherpe bochten kunnen
de prestaties van het systeem beperkt
zijn. In dit geval is het aanbevolen om het
systeem uit te schakelen. Bovendien
herinneren we eraan dat de snelheid
uitsluitende IN en dus niet VÓÓR de
bocht wordt beperkt. Let daarom altijd
goed op.
Gebruik van het systeem op een helling
Bij het rijden op wegen met variabele
hellingen detecteert het systeem
mogelijk de aanwezigheid van een
voertuig op dezelfde rijstrook niet. De
prestaties van het systeem kunnen
beperkt zijn afhankelijk van de snelheid,
de lading van het voertuig, de
verkeerssituatie en de steilheid van de
stijging/daling.
Wisselen van rijbaan
Het systeem detecteert mogelijk niet de
aanwezigheid van een voertuig zolang
deze zich niet volledig op de rijstrook
bevindt waarop u rijdt. In dat geval wordt
mogelijk niet voldoende afstand van het
van rijbaan wisselende voertuig
gegarandeerd: het is aanbevolen om altijd
goed op te letten en om altijd klaar te zijn
om zo nodig te remmen.
Kleine voertuigen
Sommige voertuigen met een smal
profiel (bijv. fietsen en motorfietsen) die
in de buurt van de buitenranden van de
rijstrook rijden of die via de binnenkant
invoegen, worden niet gedetecteerd
zolang ze niet volledig binnen de rijstrook
zijn.
In dit geval wordt mogelijk niet