rijden in de buurt van een bocht;
Het voertuig voor u is een rotonde aan
het verlaten;
voertuigen van kleine afmetingen
en/of niet met de rijstrook uitgelijnd;
andere voertuigen die van rijstrook
veranderen;
voertuigen die in dwarsrichting ten
opzichte van het voertuig rijden.
kan de activering van het systeem
onverwachts of vertraagd zijn. De
bestuurder moet daarom bijzonder
voorzichtig zijn en de controle over het
voertuig behouden om in alle veiligheid te
blijven rijden.
BELANGRIJK In bijzonder complexe
verkeerssituaties kan de bestuurder het
systeem handmatig uitschakelen via het
Connect-systeem.
Rijden in de buurt van een bocht
Bij het in- of uitrijden van een ruime bocht
kan het systeem een voorligger
waarnemen die echter niet op dezelfde
rijstrook zit fig. 60. In dergelijke gevallen
kan het systeem geactiveerd worden.
60
Het voertuig voor u is een rotonde aan
het verlaten
Op een rotonde kan het systeem de
aanwezigheid detecteren van een
voertuig dat de rotonde aan het verlaten
is en gesneden in fig. 61.
61
Voertuigen van kleine afmetingen
en/of niet met de rijstrook uitgelijnd
Het systeem kan geen voertuigen
waarnemen die zich weliswaar voor het
voertuig bevinden, maar zich buiten het
bereik van de radarsensor bevinden of
niet reageren op kleine voertuigen zoals
fietsen of motorfietsen fig. 62.
06016S0005EM
62
Andere voertuigen die van rijstrook
veranderen
Voertuigen die plotseling van rijstrook
wisselen en op de rijstrook van het eigen
voertuig of binnen het bereik van de
radarsensor komen, kunnen ervoor
zorgen dat het systeem in werking treedt
fig. 63.
06016S0010EM
06016S0006EM
83