Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Richtingaanwijzers - Alfa Romeo Giulia 2018 Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

Functieactivering
Deze functie kan geactiveerd worden op
het Connect-systeem door de items
"Instellingen", "Lichten" fig. 31 en
vervolgens "Automatic High Beam" te
kiezen met de draaiknop voor de lichten
op stand AUTO.
31
Inschakeling van de functie
Bij de eerste bediening van het grootlicht
(door tegen de linkerhendel te drukken),
wordt de functie geactiveerd (op het
instrumentenpaneel gaat het lampje
of het symbool
branden).
Als het grootlicht daadwerkelijk is
ingeschakeld gaat tevens het
lampje/pictogram
op het
instrumentenpaneel branden.
Bij een snelheid hoger dan 60 km/h
schakelt de functie het grootlicht in.
Als de snelheid lager is dan 25 km/h en de
30
functie ingeschakeld is, schakelt deze
functie het grootlicht uit.
Als het grootlicht snel opnieuw wordt
bediend (door de linker hendel naar het
instrumentenpaneel te duwen), gaat het
waarschuwingslampje/pictogram
op het instrumentenpaneel en het
grootlicht wordt continu ingeschakeld
totdat de snelheid de 60 km/h
overschrijdt. Wanneer de snelheid van
60 km/h weer wordt overschreden,
wordt de automatische werking opnieuw
ingeschakeld.
Functie-uitschakeling
Schakel de automatische functie uit door
de ring van de lichtschakelaar te draaien
in de stand
11126S0009EM
WAARSCHUWINGEN
De goede werking van het automatische
grootlicht kan beïnvloed worden door:
de aanwezigheid van weerspiegelingen
op verkeersborden;
slechte verlichting van andere
weggebruikers (bijv. fietsers of
voetgangers);
ongunstige weersomstandigheden
(bijv. regen of sneeuw);
vuil op de sensor of verduistering
ervan;
beschadiging van de voorruit of vuil of
ijs/sneeuw of dampaanslag op de
voorruit;
tegenliggers die gedeeltelijk
verduisterd worden door een centraal
obstakel
BELANGRIJK Tijdens de winter moet de
voorruit steeds ontdooit en ontwasemd
aan
worden.

RICHTINGAANWIJZERS

Verplaats de linkerhendel fig. 30 tot de
eindaanslag (instabiele stand):
omhoog: rechter richtingsignaal
ingeschakeld, het waarschuwingslampje
knippert op het instrumentenpaneel;
omlaag: linker richtingaanwijzer
ingeschakeld, het waarschuwingslampje
knippert op het instrumentenpaneel.
De richtingaanwijzers worden
automatisch uitgeschakeld als het
stuurwiel weer wordt rechtgezet.
"Lane Change"-functie (wisselen van
rijstrook)
Wanneer u een wijziging van rijstrook wilt
signaleren, beweeg de hendel dan tot aan
de eerste impuls (ongeveer halverwege
de slag).
De richtingaanwijzer aan de gekozen kant
knippert 3 maal en wordt vervolgens
automatisch uitgeschakeld.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave