PARKEERSENSORENSYSTEEM
(indien aanwezig)
123)
48) 49) 50)
VERSIES MET 4/8 SENSOREN
De parkeersensoren in de achterbumper
fig. 107 (versies met 4 kanalen) of voor
en achter fig. 108 (versies met
8 kanalen), detecteren de aanwezigheid
van obstakels en waarschuwen de
bestuurder erover via een geluidssignaal
en, waar voorzien, visuele indicaties op
het display van het instrumentenpaneel.
107
134
108
Inschakelen/uitschakelen
Om het systeem buiten werking te stellen
op knop fig. 109 drukken.
De led in de knop licht op of niet wanneer
het systeem van aan naar uit schakelt (en
omgekeerd):
Led uit: systeem ingeschakeld;
Led permanent aan: systeem
uitgeschakeld;
07176S0001EM
109
Als er op de knop wordt gedrukt terwijl er
een storing in het systeem is, knippert de
led ongeveer 5 seconden, daarna blijft hij
permanent branden.
Systeem in-/uitschakelen
Wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld en het systeem geactiveerd
is, worden zowel de sensoren aan de
voorkant als aan de achterkant
geactiveerd (indien aanwezig).
Als een andere versnelling is
07176S0003EM
ingeschakeld, worden de sensoren aan de
achterkant uitgeschakeld, terwijl de
sensoren aan de voorkant (indien
aanwezig) actief blijven tot 15 km/h
wordt overschreden.
Werking met een aanhanger
De werking van de achterste sensoren
wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de connector van de aanhanger
in de stekkerdoos van de trekhaak van
het voertuig wordt gestoken, terwijl de
sensoren aan de voorkant (indien
aanwezig) ingeschakeld blijven en
akoestische en visuele waarschuwingen
kunnen geven.
De sensoren achter worden automatisch
weer ingeschakeld zodra de connector
van de aanhangerkabel verwijderd wordt.
07176S0002EM