de schakelaar en trap tegelijkertijd het
rempedaal in om de rem uit te schakelen;
"Drive Away Release" (indien
aanwezig): de elektrische parkeerrem
wordt automatisch uitgeschakeld als de
veiligheidsgordel aan de
bestuurderszijde is vastgezet en wordt
waargenomen dat de bestuurder op het
punt staat om het voertuig te verplaatsen
(voor- of achteruit);
OPMERKING Indien het voertuig
uitgerust is met koolstofkeramische
remmen, dan moet men alvorens de
"Drive Away Release" modus te gebruiken
en het voertuig in beweging te zetten, de
veiligheidsgordels aandoen of de
parkeerrem manueel ontgrendelen om
schade aan de koolstofkeramische
remmen te voorkomen.
"Safe Hold": wanneer de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h, bij
voertuigen met automatische versnelling,
de versnellingspook niet in P (Parkeren)
staat en de intentie van de bestuurder om
het voertuig te verlaten wordt
gedetecteerd, wordt de elektrische
parkeerrem automatisch ingeschakeld
zodat het voertuig in veilige
omstandigheden verkeert;
"Auto Park Brake": indien de
voertuigsnelheid lager is dan 3 km/h, zal
de elektrische parkeerrem wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de
versnellingspook in de P (Parkeer) positie
is. De LED op de schakelaar op de
tunnelconsole fig. 91 gaat tegelijk
branden met het lampje
op het
instrumentenpaneel wanneer de
parkeerrem is ingeschakeld en op de
wielen is toegepast. Elke inschakeling van
de automatische parkeerrem kan worden
geannuleerd door het drukken op de
schakelaar op de tunnelconsole en
tegelijkertijd de modus P (parkeren) te
activeren.
SAFE HOLD
Dit is een veiligheidsfunctie die
automatisch de elektrische parkeerrem
inschakelt in het geval van een
omstandigheid die gevaarlijk is voor het
voertuig.
Als:
de voertuigsnelheid is lager is dan
3 km/h;
op voertuiten met automatische
versnelling is een andere versnelling dan
P (Parkeren) geactiveerd;
de veiligheidsgordel van de bestuurder
niet is omgelegd;
het bestuurdersportier open staat;
er geen pogingen om druk uit te
oefenen op het rempedaal zijn
gedetecteerd;
het voertuig geparkeerd wordt op een
weg met een hellingsgraad van meer dan
4%;
de elektrische parkeerrem wordt
automatisch ingeschakeld om beweging
van het voertuig te voorkomen.
De functie Safe Hold kan tijdelijk worden
uitgeschakeld door de schakelaar op de
middenconsole in te drukken en
tegelijkertijd het rempedaal in te
trappen, als het voertuig stilstaat en het
bestuurdersportier geopend is.
Eenmaal uitgeschakeld zal de functie
weer ingeschakeld worden zodra de
voertuigsnelheid 20 km/h bereikt of
wanneer de startinrichting naar STOP en
daarna naar AAN wordt gezet.
BELANGRIJK
106) In geval van parkeermanoeuvres op
wegen met een helling, moeten de
voorwielen naar het trottoir worden
gedraaid (bij het parkeren op een helling
omlaag), of in de tegenovergestelde richting
als het voertuig op een helling omhoog is
geparkeerd. Als de auto op een steile helling
wordt geparkeerd, blokkeer de wielen dan
met wiggen of stenen.
107) Laat kinderen nooit zonder toezicht in
de auto achter; zorg ervoor dat wanneer u
het voertuig verlaat, u de contactsleutel bij u
hebt.
108) De elektrische parkeerrem moet altijd
ingeschakeld zijn als het voertuig verlaten
wordt.
117