Met de dozerbladhendel (1) de gewenste spoorbreedte in-
stellen.
Om de spoorbreedte te verminderen van 860 op 700 mm
de dozerbladhendel naar voren duwen (afbeelding/ ).
Om de spoorbreedte te vergroten van 700 op 860 mm de
dozerbladhendel naar achteren trekken (afbeelding/ ).
Na het instellen van de spoorbreedte meteen de keuzehef-
boom
dozerblad/spoorbreedte-instelling weer
naar links schuiven (voorgaande afbeelding/ ).
De graafmachine mag niet met smalle spoorbreed-
te-instelling (700 mm) worden bedreven, omdat dit
het gevaar voor kantelen verhoogt. Er moet altijd
met de standaard spoorbreedte-instelling (860 mm)
worden gewerkt, behalve bij rijden door een smalle
passage op een vlakke ondergrond.
Instelling van de dozerbladbreedte van standaard naar smal:
Borgpen (1) eruit trekken en het verlengstuk (2) van het do-
zerblad verwijderen.
Verlengstuk voor het dozerblad zoals in de afbeelding
weergegeven monteren, borgpen plaatsen.
De werkwijze zijn voor beide zijdes (links of rechts) gelijk,
alsmede de instelling van de dozerbladbreedte van smal
naar standaard.
Instellen van de spoorbreedte U10-3
Bij graafmachines met spoorbreedte-instelling voor het rijden de
gewenste spoorbreedte instellen. Hiervoor:
Keuzehefboom dozerblad/spoorbreedte-instelling (1) hele-
maal naar rechts schuiven (afbeelding/ ).
Om de desbetreffende spoorbreedte in te stellen,
moeten de beide spoorbreedtecilinders of compleet
worden uitgeschoven (standaard spoorbreedte) of
ingeschoven (smalle spoorbreedte).
66
helemaal
Bedrijf
W9212-8244-2
09/2018