Onderhoud
Luchtfilter controleren, reinigen, vervangen
Gevaar voor beschadiging van de motor!
Het binnenste filterelement (1) moet tijdens het schoonmaken van de luchtfilterbehuizing (6)
ingebouwd blijven. Anders kunnen tijdens het schoonmaken vuildeeltjes in de luchtinlaat te-
rechtkomen en delen van het injectiesysteem en de motor beschadigen.
Motorkap openen (blz. 88).
Klemmen (3) openen en deksel (4) verwijderen.
Buitenste filterelement (2) uit de luchtfilterkast (6) trekken
en op verontreiniging controleren.
Luchtfilterkast en deksel reinigen; hierbij het binnenste filte-
relement (1) niet verwijderen. Binnenste filterelement alleen
verwijderen om het te vervangen.
Stofventiel (5) reinigen.
Indien het buitenste filterelement beschadigd of te vuil is,
moet het worden vervangen.
Het vervangen van het binnenste filterelement mag alleen door gekwalificeerd personeel binnen de desbetref-
fende onderhoudsinterval plaatsvinden.
Voor het vervangen van het binnenste filterelement, dient u het eruit te trekken en onmiddellijk een nieuw
filterelement te plaatsen.
Filterelement niet met vloeistoffen reinigen. Motor niet zonder luchtfilterelementen bedrijven.
Bij werkzaamheden met perslucht moet een veiligheidsbril worden gedragen.
Buitenste filterelement vanaf de binnenzijde met perslucht
schoonblazen (max. 5 bar); daarbij het filterelement niet be-
schadigen. Veiligheidsbril dragen.
Buitenste luchtfilterelement plaatsen en het deksel met het
merk TOP naar boven aanbrengen en klemmen sluiten.
Motorkap sluiten.
W9212-8244-2
09/2018
103