Controleren van het brandstofniveau in de tank
Motorkap openen (blz. 88).
Tankdop (1) openen.
Brandstofniveau controleren.
Bij een te laag brandstofniveau; graafmachine aftanken
(blz. 86).
Tankdop sluiten.
Inrichten van de werkplaats
Bij het op- en afstappen altijd zekerstellen, dat de bedieningshendels en de bovenwagen vergrendeld zijn
(blz. 24, 25).
Opstappen
Op de graafmachine stappen; hiervoor de rupsband als opstap gebruiken.
Controleren of de voorruit vergrendeld is.
Op de bestuurdersstoel plaatsnemen.
Afstellen van de bestuurdersstoel
De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld, dat een moeiteloos en aangenaam werken
kan plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen worden gebruikt.
Lengteverstelling van de stoel (zitafstand)
De lengteverstelhendel (1) omhoog trekken en door voorwaarts
en terugschuiven van de zitting een passende zitpositie afstel-
len; vervolgens de hendel loslaten.
Waarborgen, dat de stoel is vergrendeld.
60
Bedrijf
W9212-8244-2
09/2018