Onderhoud
Controleren en vervangen van brandstofleidingen
Deze controle alleen met koude motor uitvoeren.
Motorkap openen (blz. 88).
Alle brandstofleidingen en -slangen aan de motor, het brandstofreservoir en het brandstoffilter op toestand
(scheuren, deuken, hard geworden plaatsen) en goede bevestiging van de klemmen controleren. Zo nodig
moeten de slangen door geschoold personeel worden vervangen.
Motorkap sluiten.
W9212-8244-2
09/2018
113