1. Tussen aardgas van het type G20 en G25: pas de gasdruk aan aan de regelaar. (Raadpleeg de tabel
met CE-standaard gasdrukwaarden aan het branderverdeelstuk.) Verander de spuitmond niet.
2. Tussen een gas van de tweede generatie (G20 of G25) en een gas van de derde generatie (G30
butaangas of G31 propaangas):
a. Verander de spuitmonden.
b. Pas de druk aan het verdeelstuk aan.
3. Verwijder de oude typeplaat en keer terug naar Frymaster. Breng de nieuwe typeplaat die deel
uitmaakt van de gasconversiekit aan in plaats van de oude typeplaat met de vermelding dat een
conversie van het gastype werd uitgevoerd.
4. Als de doeltaal verandert, vervangt u de typeplaat. Neem contact op met uw plaatselijke serviceagent
of uw leverancier van keukentoestellen voor een labelkit. De referentietaal staat op de hoek van het
label vermeld.
2.6
De friteuse plaatsen
1. Eens de friteuse geplaatst werd op het friteusestation, gebruik een een waterpas op de bovenkant
van de friteuse om te verifiëren of de friteuse waterpas staat, zowel van zijde tot zijde als van
voren naar achteren.
Om de friteuse(s) waterpas te zetten past u de zwenkwielen voorzichtig aan om ervoor te zorgen
dat de friteuses op de gewenste hoogte staan in het friteusestation.
Wanneer een friteuse in zijn uiteindelijke positie waterpas staat installeert u de door KES
geleverde verankeringsmechanismes om bewegingen in te perken zodat het niet aan de
aansluiting gaat hangen of trekken. Installeer de verankering in overeenstemming met de
voorziene instructies. Als de verankering omwille van onderhoud of welke reden dan ook
losgemaakt werd moet ze opnieuw vastgemaakt worden voordat de friteuse terug gebruikt wordt.
Hete olie kan ernstige brandwonden veroorzaken. Vermijd elk contact. Vóór de
friteuse wordt verplaatst, moet de olie steeds uit de friteuse worden verwijderd om te
vermijden dat olie zou worden gemorst met mogelijk vallen en ernstige
brandwonden tot gevolg. De friteuses kunnen omkantelen en lichamelijke letsels
veroorzaken als zij niet stevig op hun plaats bevestigd zijn.
De bewegingsmogelijkheid van dit toestel moet op een geschikte manier worden
beperkt, zonder dat daarbij een beroep wordt gedaan op de aansluiting en de
gaskoppeling of de bijbehorende leidingen om de bewegingsmogelijkheid van het
toestel te beperken.
INSTRUCTIES VOOR CE-GASCONVERSIE
GEVAAR
GEVAAR
2-9