Inleiding
1.4 Interface
1.4.5
Weergave huidig blok
In het venster met de weergave van het huidig blok worden de programmablokken
weergegeven die op dat ogenblik in afloop zijn.
Weergeven van het huidige programma
Terwijl het programma loopt, ziet u de volgende informatie:
● Op de titelregel worden de naam van het werkstuk of van het programma weergegeven.
● Het programmablok dat op dat ogenblik in afloop is, wordt in kleur weergegeven.
Programma rechtstreeks wijzigen
In Reset-toestand heeft u de mogelijkheid het huidige programma rechtstreeks te wijzigen.
Zie ook
Programma corrigeren (Pagina 92)
1.4.6
Bediening via softkeys en toetsen
Bedieningsbereiken / Bedrijfsmodi
De interface bestaat uit verschillende vensters waarin telkens 8 horizontale en 8 verticale
softkeys aanwezig zijn.
De softkeys kunt u bedienen via de toetsen die zich naast de softkeys bevinden.
Door middel van de softkeys kunt u telkens een nieuw venster activeren of functies
uitvoeren.
De bedieningssoftware kan worden onderverdeeld in 6 bedieningsbereiken (Machine,
Parameters, Programma, Programma-manager, Diagnose, Inbedrijfstelling) en in 5
bedrijfsmodi of subbedrijfsmodi (JOG, MDA, AUTO, TEACH IN, REF POINT, REPOS).
32
1.
Druk op de toets <INSERT>.
2.
Plaats de cursor op de juiste positie en wijzig het programmablok.
Rechtstreeks wijzigen is enkel mogelijk voor G-codeblokken in het NC-
geheugen, niet voor afloop van extern.
3.
Druk op de toets <INSERT> om het programma en de Edit-modus
opnieuw te verlaten.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
Universal