Alarm-, fout- en systeemmeldingen
13.4 PLC- en NC-variabelen
Opmerking
NC-systeemvariabelen en PLC-variabelen
Systeemvariabelen kunnen kanaalafhankelijk zijn. Bij kanaalomschakeling worden
Voor gebruikersvariabelen (GUDs) is een specificatie naar globale of kanaalspecifieke
Via tooltip kunt u voor NC-systeemvariabelen de BTSS-schrijfwijze weergeven (behalve
Wijzigingen van PLC-variabelen
Wijzigingen van PLC-variabelen zijn enkel met het bijbehorende wachtwoord mogelijk.
Wijzigingen van de toestand van NC-/PLC-variabelen hebben een doorslaggevende
invloed op de machine. Het invoeren van foutieve parameters kan mensenlevens in gevaar
brengen en kan leiden tot onherstelbare schade aan de machine.
Waarden wijzigen en wissen
264
waarden uit het overeenkomstige kanaal weergegeven.
GUDs niet nodig. De indices van GUD-arrays zijn, net als NC-variabelen in in de
systeemvariabelen-syntaxis, 0-gebaseerd, d.w.z. het eerste element begint met de index
0.
bij GUDs).
GEVAAR
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Diagnose".
2.
Druk op de softkey "NC/PLC variab.".
Het venster "NC/PLC-variabelen" wordt geopend.
3.
Plaats de cursor in de kolom "Variabele" en voer de gewenste variabele
in.
4.
Druk op de toets <INPUT>.
De operand wordt met de waarde weergegeven.
5.
Druk op de softkey "Details".
Het venster "NC/PLC-variabelen: details" wordt geopend. De gegevens
over "Variabele", "Commentaar" en "Waarde" worden in volledige
lengte weergegeven.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
Universal