Procedure
Universal
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
1
Selecteer het bedieningsbereik "Machine".
2.
Druk op de toets <AUTO> of <MDA>.
3.
Druk op de toets <TEACH IN>.
4.
Druk op de softkey "Progr. teachen".
5.
Plaats de cursor m.b.v. de cursortoets of de inputtoets op de gewenste
locatie in het programma.
Wanneer er geen lege regel aanwezig is, moet u die invoegen.
6.
Druk op de softkeys "IJlgang G0", "Rechte G1" of "Cirkel steunpunt
CIP" en "Cirkel eindpunt CIP".
Het bijbehorende venster met de invoervelden verschijnt.
7.
Verplaats de assen naar de gewenste positie.
8.
Druk op de softkey "Overnemen".
Er wordt een nieuw programmablok ingevoegd op de positie van de
cursor.
- OF -
Druk op de softkey "Afbreken" om de ingevoerde waarden te
verwerpen.
Programma teachen
8.4 Teachen via venster
165