Inleiding
1.4 Interface
Tweede regel
Weergave
De vermeldingen op de tweede regel kunnen worden geconfigureerd.
Derde regel
Weergave
Welke programmabeïnvloedingen worden weergegeven, is afhankelijk van de instellingen
van de machinefabrikant.
28
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Machinefabrikant
Raadpleeg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
Betekenis
Programmapad en programmanaam
Betekenis
Weergave van de kanaaltoestand.
Wanneer op de machine meerdere kanalen aanwezig zijn, dan
wordt ook de kanaalnaam weergegeven.
Wanneer slechts één kanaal aanwezig is, wordt enkel "Reset"
als kanaaltoestand weergegeven.
Bij touchbediening kunt u hier het kanaal omschakelen
Weergave van de kanaaltoestand:
Het programma werd met "Reset" afgebroken.
Het programma wordt afgewerkt.
Het programma werd met "Stop" onderbroken.
Weergave van actieve programmabeïnvloedingen:
PRT: geen asbeweging
DRY: testrunvoeding
RG0: gereduceerde ijlgang
M01: geprogrammeerde stop 1
M101: geprogrammeerde stop 2 (aanduiding variabel)
SB1: blok-per-blok ruw (het programma stopt enkel na blokken
die een machinefunctie uitvoeren)
SB2: rekenblok (het programma stopt na elk blok)
SB3: blok-per-blok fijn (het programma stopt ook in cycli enkel
na blokken die een machinefunctie uitvoeren)
Kanaalbedrijfsmeldingen
Stop: er is normaal gezien een bedieningshandeling vereist.
Wachten: er is geen bedieningshandeling vereist.
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
Universal