Procedure
10.1.3
USB-drives
Met de USB-drives heeft u de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen. Zo kunt u
bijvoorbeeld programma's, die extern werden gegenereerd, in het NC kopiëren en laten
uitvoeren.
LET OP
Rechtstreeks uitvoeren van USB-FlashDrive
Rechtstreeks uitvoeren van een USB-FlashDrive wordt niet aanbevolen.
Procedure
Opmerking
De softkey "USB" kan enkel worden gebruikt wanneer een USB-FlashDrive aan de interface
vooraan op het bedieningspaneel is aangesloten.
Universal
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
1.
De plaatselijke drive is geselecteerd.
2.
Plaats de cursor op de hoofddirectory.
3.
Druk de softkeys "Nieuw" en "Directory" in.
Het venster "Nieuwe directory" wordt geopend.
4.
Voer in het invoerveld "Naam" telkens de begrippen "mpf.dir", "spf.dir"
en "wks.dir" in en druk op de softkey "OK".
De directories "Deelprogramma's", "Subprogramma's" en
"Werkstukken" worden onder de hoofddirectory gegenereerd.
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Druk op de softkey "USB".
Programma's beheren
10.1 Overzicht
211