Voorbeeld
Wanneer bij het kopiëren de naam niet wordt gewijzigd, dan wordt automatisch een kopie
gemaakt:
MYPROGRAM.MPF wordt op MYPROGRAM__1.MPF gekopieerd. De volgende keer dat het
wordt gekopieerd, wordt dat MYPROGRAM_2.MPF, enzovoort.
Wanneer in een directory de bestanden MYPROGRAM.MPF, MYPROGRAM__1.MPF en
MYPROGRAM__3.MPF al bestaan, dan wordt bij de volgende kopie van
MYPROGRAM.MPF het bestand MYPROGRAM__2.MPF gemaakt.
Procedure
Universal
Bedieningshandboek, 03/2010, 6FC5398-6AP10-4JA0
1.
Selecteer het bedieningsbereik "Programma-manager".
2.
Selecteer de gewenste opslagplaats en plaats de cursor op het bestand
of de directory die u wilt kopiëren.
3.
Druk op de softkey "Kopiëren".
4.
Selecteer de directory waarin u de gekopieerde directory/programma
wilt invoegen.
5.
Druk op de softkey "Invoegen".
Wanneer in die directory al een directory/programma bestaat met
dezelfde naam, dan verschijnt op het scherm een melding. Er wordt u
gevraagd een nieuwe naam in te voeren; anders wordt de
directory/programma met het door het systeem voorgestelde naam
ingevoegd.
Wanneer in de naam niet toegelaten tekens voorkomen of wanneer de
naam te lang is, verschijnt een overeenkomstige melding, waarin u een
naam kunt invoeren die is toegelaten.
6.
Druk op de softkey "OK" of "Alle overschrijven" wanneer u directories of
programma's die al aanwezig zijn, wilt overschrijven.
- OF -
Druk op de softkey "Geen overschrijven" wanneer u verschillende
directories of programma's die al aanwezig zijn, niet wilt overschrijven.
- OF -
Druk op de softkey "Negeren" wanneer u het kopiëren wilt verderzetten
met het volgende bestand.
10.8 Directory/programma kopiëren en invoegen
Programma's beheren
227