Opmerking Indien de cartridge als niet-compatibel werd herkend in de melding, raadpleegt u
HP-benodigdheden en -accessoires voor informatie over het aankopen van printercartridges.
Probeer de volgende oplossingen om dit probleem op te lossen. De oplossingen staan in volgorde,
met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het probleem niet oplost, gaat
u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is opgelost.
•
Oplossing 1: De printer in- en uitschakelen
•
Oplossing 2: plaats de printcartridges op de juiste manier
•
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
•
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Oplossing 1: De printer in- en uitschakelen
Schakel de printer uit en vervolgens weer in.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Oplossing 2: plaats de printcartridges op de juiste manier
Zorg ervoor dat alle printcartridges juist in de printer zijn geplaatst:
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep van de wagen met printcartridges.
Opmerking Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat.
3. Druk op het klepje aan de voorkant van de printcartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder
deze vervolgens uit de sleuf.
4. Schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot deze vastklikt in de juiste positie en goed in de sleuf
vastzit.
Let op Til de vergrendelingsgreep op de wagen met de printcartridges niet omhoog om
de printcartridges te installeren. Dit kan ertoe leiden dat de printcartridges niet goed worden
geplaatst, wat afdrukproblemen veroorzaakt. De vergrendelingsgreep moet omlaag blijven
om de printcartridges juist te plaatsen.
5. Sluit de toegangsklep van de wagen met printcartridges en controleer of het foutbericht weg is.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
Reinig de elektrische contactpunten op de printcartridge.
1. Open de toegangsklep van de wagen met printcartridges en wacht tot de wagen met
printcartridges niet langer beweegt.
2. Verwijder de cartridge en plaats deze op een blad papier met het sproeiplaatje naar boven.
3. Dompel een prop watten of ander pluisvrij materiaal dat niet aan de cartridges blijft kleven in
gedistilleerd water, knijp ze vervolgens uit om het meeste vocht te verwijderen. De prop moet
slechts licht vochtig blijven.
4. Reinig de contactpunten van de printcartridges Raak de inktsproeiers niet aan.
5. Droog de contactpunten af met een nieuwe, zuivere prop watten.
6. Plaats de inktcartridge terug en sluit de toegangsklep van de wagen met printcartridges.
Als het probleem zich blijft voordoen, probeer dan de volgende oplossing.
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Vervang de aangegeven printcartridge. Zie HP-benodigdheden en -accessoires voor meer
informatie.
Probleem met de cartridge
249