Om de standaardwaarden voor alle gebruikers uit uw systeem in te stellen klikt u met de rechtermuisknop op
het printerpictogram, selecteert u Printer Properties (Printereigenschappen), gaat u naar het tabblad
Geavanceerd en selecteert u Printing Defaults (Standaardwaarden voor Printer). De instellingen die u wijzigt
in de standaardwaarden voor printer worden voor alle gebruikers opgeslagen.
Andere instellingen zoals Delivery Option constraint (deze verwijst naar de handmatige en normale modi
van de stapelaar), kunnen worden gewijzigd in de printereigenschappen. Dit kunt u doen door op de knop
Start te drukken, selecteer vervolgens Devices and Settings, klik met de rechtermuisknop op het
printerpictogram en selecteer Printer Properties. Selecteer het tabblad Device Settings
(Apparaatinstellingen) om de nieuwe standaardwaarden te definiëren.
NLWW
Voorkeuren voor Windows-drivers instellen
33